Uitvoerig onderzoek op Harvard University heeft al lang geleden duidelijk gemaakt dat moeilijke gesprekken eigenlijk altijd eenzelfde soort structuur hebben. We brengen daarbij nog maar eens in herinnering dat we met moeilijke gesprekken niet alleen heel ingewikkelde of hoogoplopende situaties bedoelen, maar eigenlijk elk gesprek dat je graag even uit zou stellen, of helemaal vermijden, of ieder gesprek waar je het een beetje warm van krijgt. Dat kunnen ogenschijnlijk alledaagse dingen zijn. Een collega aanspreken op diens werkwijze, een vraag gaan stellen aan een superieur, iets gaan ruilen in een winkel, bellen over een rekening die niet klopt. Of over eentje die nog niet is betaald…

Maar goed, die structuur… Zulke gesprekken hebben altijd een vergelijkbare structuur. Ze zijn opgebouwd uit verschillende sub-gesprekken. Onze e-learning: Anatomie van moeilijke gesprekken’ geeft een inzicht in die structuur. Die helpt je om goed te leren herkennen waar in die structuur je je precies bevindt. Dat zorgt dat je enorm veel meer grip op situaties krijgt.

We willen het vandaag even hebben over een van die sub-gesprekken. Want naast het gesprek dat gaat over de feitelijk inhoud, het werkelijke onderwerp waarover je met een ander in gesprek bent, speelt er nog een ander stuk mee. We noemen het het identiteitsgesprek.

Voor iedereen geldt dat de dingen die tegen je worden gezegd, boodschappen die op de woorden meedrijven, bewust of gewoon doordat jij dat erin hoort, die dingen raken je in je identiteit. Anders gezegd: ze treffen je in je zelfbeeld. Dus los van de feitelijke onderwerpen loopt er in ieder gesprek een ander programma mee dat intern vragen stelt: “Bedoelt hij nou dat ik het verkeerd heb gedaan? Vindt ze dat ik dom ben? Zit hij nou naar mijn haar te kijken? Bedoelen ze dat ik niet genoeg heb gedaan?  Vinden ze me gierig? Of kinderachtig? Een muggenzifter? Denken ze soms dat ik een watje ben?” En dan voor dat je het weet: “Ze denken toch zeker niet… En als ze soms denken dat ik…. Nou dan zal ik eens laten zien.” En zo escaleert een gesprek.

Ieder mens heeft een zelfbeeld, een identiteit. Aanvallen of commentaar daarop, of wat je als commentaar opvat, geeft reacties in je systeem die direct te maken hebben met je gemoedstoestand, maar zelfs ook je fysieke reacties. Je ademhaling verandert iets, je krijgt het wat warmer, je adrenalinespiegel stijgt. Soms is het allemaal nauwelijks merkbaar en maakt het je hooguit even iets minder alert of adequaat. Soms is het ernstiger en brengt het je stevig uit balans.

Dit is nu geen cursus die alle aspecten ervan behandelt, maar maak jezelf er om te beginnen eens van bewust van dat alles dat je op een dag ontmoet invloed op je heeft. Als je het ineens wat warmer krijgt, je voelt je ademhaling wat veranderen, of er vaart van het ene op het andere moment een enorme strijdvaardigheid in je… Neem dan eens een stapje terug. En kijk bij jezelf: waar raakt me dit? Als je een beetje handig wordt, dan ga je zulke dingen steeds beter herkennen. Dan krijg je ineens een bewuste keus: moet ik de uitkomst van dit gesprek daardoor laten beïnvloeden, of toch maar beter niet. Het vraagt wel iets van je. Om te beginnen zelfreflectie. Maar bedenk je dat alles dat daardoor niet onnodig escaleert je een enorme winst op gaat leveren.