Vandaag hebben we het over hoog oplopende emoties in een gesprek en wat je ermee kunt doen.
Eerder hadden we het over Empathie, een van de zes elementen van het CCSS-model waar je je aan vast kunt houden om communicatie ook in lastige situaties constructief te houden. We hadden het erover dat empathie niet gaat over iemand aardig vinden o het met hem eens zijn. Het gaat simpelweg over proberen je te verplaatsen in een ander. Om te begrijpen wat die ander beweegt en bezighoudt. Daarna kan de vraag zijn wat je er vervolgens mee zou moeten, of misschien juist niet mee zou moeten.
Een van de andere elementen uit het CCSS model is Gevoel. Hoe ga je om met gevoeligheden die spelen in een gesprek? Een heftige variant ervan zijn emoties die zo hoog oplopen dat een normaal gesprek eigenlijk niet meer mogelijk is. Een gesprek kan best goed lopen wanneer er emoties in het spel zijn, maar er is een bepaald niveau van emotionele uitbarstingen, wanneer je daarboven komt, dan heeft een gesprek op de inhoud geen zin meer. Met enig empathisch vermogen herken je dat moment wel. De ander zal eenvoudigweg niets meer horen van wat je zegt, totdat de gemoederen weer wat zijn gekalmeerd.
Nu is het voor de één gemakkelijk om met hoog opgelopen emoties om te gaan en de ander vindt het allemaal maar niks. Maar er zijn een paar dingen die iedereen kan doen. Allereerst: laat de ander praten. Maak ruimte zodat die ander zich kan uiten. Je kunt benoemen dat je ziet dat de situatie de ander zeer raakt. Vragen of hij of zij er iets over wil zeggen. Of door gewoon zelf niets te zeggen. Door ruimte te maken. Door een houding aan te nemen om duidelijk te maken dat er ruimte is voor die ander om te praten.
Spreek geen oordeel uit over het gedrag van de ander. Juist in zo’n situatie heeft een mens er behoefte aan dat er oordeelloze ruimte is met acceptatie voor die ander. En met vragen stellen bedoel ik dan dus ook niet: suggestieve vragen stellen. Achter een zin als: ‘Vind je zelf ook niet dat dit een beetje overdreven is?’, staat weliswaar een vraagteken, maar het is eigenlijk helemaal geen vraag.
Als die ander dan praat, laat hem of haar dan ook uitpraten. Je hoeft er verder niets mee, je hoeft het niet echt op te lossen, maar laat uitpraten. En wanneer je wat die ander in de weg zit, eigenlijk meteen al wel begrijpt, val dan niet in de rede door begripvol en misschien met goede bedoelingen iets te zeggen als: ‘O, ja, ik begrijp je helemaal. Nee, je hoeft niets meer te zeggen. Ik snap precies wat je bedoelt’… om dan een suggestie te doen waarmee het kennelijke probleem van die ander kan worden opgelost. Hoe goed je het misschien ook bedoelt: één ding is dan nog niet gebeurd: die ander heeft nog steeds niet de gelegenheid gekregen om zelf met eigen stem het verhaal te doen. En dát is een van de allerbelangrijkste dingen die in zo’n situatie nodig zijn om de emoties weer onder die kritische lijn te krijgen waarna een gesprek op de inhoud weer mogelijk is.
Let op: een onverwachte uitdaging in dit alles is vaak om zelf je mond te houden wanneer er stiltes vallen. Koffie, thee, water en koek kunnen dan enorm helpend zijn.
Bekijk onze vlog 9.